Inmiddels is het al enkele weken geleden dat ik Hermann Hesse’s roman De steppewolf (1927) las. Een eigenaardig boek; ik wist niet goed wat ik ervan moest vinden, en nog minder wat ik erover kon schrijven.
Hoofdfiguur van de roman is Harry Haller, die zichzelf soms ‘Steppewolf’ noemt: eenzaam, niet geschikt zich te voegen naar de maatschappij, evenzeer dier als mens. Haller leeft als een kluizenaar, zich weliswaar ophoudend in burgerlijke huizen, maar ondertussen afgevend op de kleinburgerlijke wereld.