Waar ben ik? Lockdownlessen voor aardbewoners valt te beschouwen als Bruno Latours vervolg op Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime, dat ik eerder recenseerde. In dat boekje probeerde Latour de politieke implicaties van de klimaatmutatie of het antropoceen, wat hij eerder het Nieuwe Klimaatregime doopte, te schetsen. Hiermee bouwde hij voort op zijn Oog in oog met Gaia. Acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime, waarin hij de klimaatkwestie filosofisch duidde.
Er is iets mysterieus aan de werken van Jon Fosse. Ik stap er kritisch in, sceptisch: dat simpele taalgebruik, het repeterende in zowel de vertelling als in de minimale handelingen van de personages, is het niet Fosse’s verkapte manier om diepzinnig te lijken? De personages zijn niet intellectueel, maar des te meer mystiek aangelegd, wat lijkt te onderstrepen dat Fosse zelf een zweer van mysticisme wil oproepen. En toch, als ik me laat meevoeren door het ritme dat schuilt in die repeterende taal, word ik telkens geraakt door hoe Fosse in die ogenschijnlijk simpele vertelling van banale handelingen, simpele dialogen en niet al te diepzinnige overdenkingen van de personages, menselijke emotie, twijfel, eenzaamheid en liefde weet te tonen.
Kan literatuur wetenschap zijn? Émile Zola lijkt te hebben gevonden van wel. In zijn voorwoord bij Thérèse Raquin (1867), geschreven nadat dit boek door critici was ontvangen als een onzedelijk werk, maakte hij zijn intenties bij het schrijven van dit boek nog eens duidelijk. Met dit werk stond hem ’een wetenschappelijk doel voor ogen’: het verhaal over Thérèse en Laurent die uit lust een affaire met elkaar beginnen, en om deze affaire te kunnen voortzetten Thérèse’s echtgenoot Camille vermoorden, was voor Zola een studie naar wat er gebeurt als ’een potente man en een onbevredigde vrouw’, geleid door hun dierlijke driften, in een ‘gewelddadig drama’ worden gestort.