De meeste boekenweekgeschenken van de voorbije jaren heb ik liggen, maar de meeste daarvan heb ik niet gelezen. Het zijn boekjes waarvan ik denk: ja, die lees ik wel een keer tussendoor. Maar er is altijd wel een ander boek om tussendoor te lezen, of er is simpelweg geen tussen.
Dit jaar las ik het geschenk uit op de dag dat ik het kreeg. Ik had ook reden er wat van te verwachten: van Ilja Leonard Pfeijffer las ik eerder La Superba en Grand Hotel Europa, waarvan ik behoorlijk onder de indruk was, vooral van laatstgenoemde werk.
Terwijl ik Lenin in de trein las, brak er oorlog uit: Rusland viel Oekraïne binnen. Ik had tegenover vrienden de oorlogsdreiging afgezwakt, beweert dat het bij dreigementen zou blijven - oorlog zou immers in niemands belang zijn, en zou in mijn ogen voor Poetin politieke zelfmoord betekenen - maar ik kreeg ongelijk.
De hoofdlijn in Lenin in de trein is hoe Duitsland zijn best deed in 1917 om Lenin per trein richting Rusland te krijgen.
Crossroads verscheen twintig jaar na het uiterst succesvolle The Corrections, het vorige boek dat ik las van Jonathan Franzen (1959). In de tussentijd schreef hij twee minder goed ontvangen romans, die ik niet heb gelezen. Met Crossroads zou Franzen weer terug zijn op het niveau van The Corrections, en het boek was december vorig jaar op verschillende eindejaarslijstjes te vinden; volgens De Volkskrant was het zelfs het boek van het jaar.
Van The Corrections weet ik nog maar weinig - de scene die mij het meest is bijgebleven is die waarin de dementerende vader van de familie Lambert waar de roman om draait, een nachtelijke worsteling levert met een vermeende levende drol - dus aan een gedetailleerde vergelijking waag ik me niet, maar de meest in het oog springende gelijkenis is dat ook Crossroads draait om een familie die, volgens het devies van Tolstoj, op zijn zachtst gezegd ongelukkig is.