Leesnotitie: Haruki Murakami - Kafka op het strand
Lang geleden las ik Hard-boiled Wonderland en het einde van de wereld. Ik meen me te herinneren dat ik overwegend positief was over dat boek, en jarenlang heb ik me dan ook voorgenomen nog eens wat van Haruki Murakami te lezen. De keuze nu was tussen Kafka op het strand en De opwindvogelkronieken, afgaande op de lijstjes die ik zoal vond twee van Murakami’s betere of belangrijkere boeken. Omdat ik eerstgenoemde vaker tegenkwam en bovendien net iets dunner is, viel mijn keuze op dat boek.
Kafka op het strand leest lekker makkelijk weg, en is humoristisch bovendien. Desalniettemin had een strenge redacteur een pagina of driehonderd — dat is: de helft — geschrapt. Murakami strooit met fantastische elementen die door de kritiek vooral als ‘magisch-realistisch’ zijn geduid: er wordt gepraat met katten en stenen, het regent vis en bloedzuigers, Johnnie Walker (van de whisky) en Colonel Sanders (van de gefrituurde kip) worden opgevoerd als personages, er zijn geestverschijningen, etc. Het doet vermoeden dat er onder die simpele, vlotte vertelstem een literair spel plaatsvindt van dubbele betekenisbodems. En dat alles verwerkt in twee parallelle verhaallijnen waarvan de lezer natuurlijk allang weet dat ze ergens elkaar zullen raken, maar nieuwsgierig blijft hoe en wanneer dat gebeurt (spoiler: richting het einde). Een good read met verwijzingen naar literatuur, muziek en andere kunst, waarin precies genoeg mysterie openblijft om de lezer nieuwsgierig te houden, terwijl diezelfde lezer tegelijkertijd stevig bij de les wordt gehouden door de voortstuwende spanningsboog: je begint iets van Murakami’s populariteit te begrijpen.
Murakami behandelt thema’s als opgroeien, het richtinggeven aan het eigen leven tegenover het ondergaan van je lot, de tijd, de rol en betekenis van herinneringen, identiteit, en de rol van kunst. Maar geen van die thema’s komt werkelijk tot zijn recht: vrijwel nergens schijnt deze roman een interessant, nieuw licht op deze zaken dat tot zoiets als inzicht kan leiden. In plaats daarvan blijft Kafka op het strand aan het oppervlak. Ger Groot schreef in zijn recensie van deze roman:
Het is allemaal te veel en tegelijk te weinig. Te zichtbare parallellen en te onoplosbare raadsels maken Kafka op het strand een ware beproeving voor de lezer die van de literatuur zowel plausibiliteit als wat subtiliteit verlangt. Maar na het allemaal gelezen te hebben, krijg ik er nog altijd niet genoeg van. De tweede keer bleek Kafka op het strand nog intrigerender.
Ik ben het grotendeels eens met Groot, behalve dat ik er wel genoeg van kreeg. Ik geloof niet dat ik me gauw aan een tweede lezing van Kafka op het strand waag; misschien geef ik De opwindvogelkronieken nog eens een kans.